Date sent: Sat, 11 May 1996 14:27:07 +0000 De eerste afstamming van vogelsIn het tijdperk van de dinosauriers zijn we er gauw toe geneigd om te vergeten dat er ook talloze andere diersoorten bestonden. Al in Mesozoicum (Verzamelnaam voor de periodes: Krijt, Jura en Trias) waren er insekten die in bomen leefden, maar dit waren de enige dieren die konden vliegen. Andere dieren konden wel in bomen klimmen en van tak tot tak springen, maar er bleven altijd wat vruchten en blaadjes over op de kleine takjes. En een alleenstaande boom konden ze alleen berijken door een stuk open grond over te steken, maar dat was levensgevaarlijk met al die dinosaurussen in de buurt. De evolutie van veren en het vliegvermogen. Er zijn twee verschillende verklaringen hoe het vliegvermogen is onstaan.Het ene zegt dat de Proavis, de voorouder van de Archeopteryx een snelle renner was die uiteindelijk in de lucht sprong, het ander zegt dat de Proavis een klimmer was die eerst leerde te zweven en daarna te vliegen.De Coelusaurier (een reptiel die kon zweefvliegen) lijkt zoveel op de Archeopteryx dat de fossielen soms in museums door elkaar worden gehaald. Het ligt dus voor de hand dat deze twee groepen nauw verwant zijn.Hoe hebben de voorouders vervolgens een verendek ontwikkeld en leren vliegen? De Coelusauriers waren de kleinste dinosaurussen die er waren en de Archeopteryx was nog kleiner. Kleine dieren hebben het voordeel dat ze maar weinig voedsel nodig hebben, maar de nadeel dat ze gemmakelijk ten prooi vallen aan roofdieren en dat hun lichaamsoppervlak in verhouding tot hun omvang groot is. Een relatief groot oppervlak betekent een groot verlies van warmte als de buitentemperatuur kouder is dan hun lichaam. Misschien is het dat de vogels veren hebben ontwikkeld om warm te blijven. Veel reptielen hebben schubben, sommige van die schubben zijn aan de rand gekarteld met insnijdingen die soms zo diep zijn dat de schubben de vorm krijgen van een kam, vandaar dat de stap naar veer niet zo groot is.Maar wat heeft die verandering veroorzaakt? Hoewel bijna iedereen denkt dat alle reptielen koudbloedig zijn is er uitgevonden dat een groot aantal dinosaurussen warmbloedig zijn geweest, daar hoorde ook de coelusaurier bij. Hoe kleiner een warmbloedig dier is he meer isolatie hij nodig heeft. Veren geven een betere isolatie dan haren en heeft ook de voordeel dat het in een keer op te tillen is. Dit laatste voordeel is waarschijnlijk de beslissende factor geweest is voor de evolutie van het veren dek.Een poulaire theorie is dat de vogels zijn ontstaan uit dieren die achter insekten aanjoegen. z.o.z.De veren dienden aanvankelijk voor de isolatie, maar later veranderden de veren aan de voorpoten in netjes waarmee ze makkellijker insekten konden vangen, toen ze met die netjes op en neer klapten konden ze een beetje in de lucht vliegen, later veranderde dat netje in een vleugel en konden ze veel beter vliegen.